De Prehistorie

De geschiedenis van de Berggeitte omvat een periode van 44 jaar. Een mooie mijlpaal, maar afgezet tegen de lange en rijke historie van carnaval is het natuurlijk maar een vingerknip.

Carnaval wordt al heel lang gevierd. Hoe lang precies, daarover lopen de meningen uiteen. Volgens de ene dekundoloog vonden de eerste carnavalsvieringen die een beetje lijken op het carnaval van vandaag al in de Middeleeuwen plaats. Anderen zoeken de oorsprong van carnaval in de tijd van de Romeinen. Er zijn zelfs historici die nóg dieper in het verleden duiken, de eerste sporen van carnaval al in de tijd van de Egyptenaren menen te ontwaren.

Prehistorie

Maar dat is allemaal wel heel erg ver in het zeer grijze verleden, en het voert wat ver om hier de geschiedenis van vele eeuwen op te gaan lepelen. Daarom: een flinke sprong vooruit in de tijd, naar het einde van de negentiende eeuw, de jaren achttien-zoveel. Toen kwam in Zuid-Limburg, naar voorbeeld van het Duitse Rijnland, de viering van het moderne hedendaagse carnaval langzaam maar zeker echt op gang. Eerst natuurlijk in de grote steden, waar de mensen – en dan met name de betere standen – nou eenmaal meer tijd en geld hadden om feest te vieren dan op het platteland, waar vooral hard gewerkt moest worden om de kost te verdienen.

In de directe omgeving van Bemelen hebben dan ook met name Maastricht (met de Tempeleers) en Valkenburg (met de Mirlitophile) de oudste carnavalstraditie. De dorpen op het platteland volgden schoorvoetend, de eerste begin van de vorige eeuw – de Margratense Rieste, opgericht in 1937, horen tot de voorlopers – en de meeste zelfs pas na de Tweede Wereldoorlog.

Voor Bemelen duurde de prehistorie – laten we de periode voor de Berggeitte hun eerste officiële activiteiten ontplooiden voor het gemak maar zo noemen – zelfs nog langer. Tot 1971 om precies te zijn, toen Pierre I (Thomassen) als eerste prins van de Berggeitte werd geïnstalleerd. Of – voor wie het iets ruimer wil zien – tot het najaar van 1969, toen de eerste zeer prille ideeën voor het organiseren van een carnavalsactiviteit in het gloednieuwe gemeenschapshuis van Bemelen opborrelden. Daarover later meer.

Even terug naar die prehistorie.

Ging carnaval destijds helemaal aan de inwoners van Bemelen voorbij?

Niet helemaal. Weliswaar viel er in het dorp zelf tijdens de ‘drie dolle dagen’ niet veel te beleven, maar Bemelenaren zijn er de mensen niet naar om zich zo’n feest door de neus te laten boren. En als het niet in Bemelen zelf kon, dan waren er altijd nog de buren, die al wat langer met het carnavalsbijltje hakten.

De buren in ‘grote stad’ Maastricht, in ‘bokkenstad’ Valkenburg, maar toch vooral de buren in Margraten, Berg en Keer.

De Prehistorie

Lowie Kusters, die een groot deel van zijn leven als kastelein achter de tap stond in wat nu het café Het Plateau is, op ’t Gastes, zegt over die tijd: “Ja, wat had er in die tijd ook moeten gebeuren? In de jaren zestig heeft de harmonie een aantal jaren meegelopen in de optocht in Keulen, dus dan was het halve dorp sowieso weg. En voor de rest? We gingen een dag naar het carnaval in Berg, een dag naar het carnaval in Keer, en op dinsdag zaten we meestal hier in het café te kaarten. Een enkele keer kwam hier wel eens iemand verkleed de zaak binnen. Maar dat was sporadisch. Daarmee had je het dan ook wel gehad.”

Spontane carnavalsfeestjes ontstonden in de periode vóór de oprichting van de Berggeitte ook wel eens ‘bie Geurte’ (het huidige hotel Bergrust) op de Slingerberg, herinnert Annie Frints zich. “Daar kwamen we dan met wat mensen bij elkaar, en later op de dag kwamen er meestal nog wat mensen binnenvallen die naar de carnaval in Berg waren geweest, of naar Maastricht. Die waren dan helemaal in de stemming, dus dat werd vaak erg gezellig.” Dat klopt, zegt Gusta Rademaker. Maar bij Geurten? Volgens haar was het destijds echt ergens anders feest. “Het was bij Gulikers, er tegenover, het vroegere hotel Mooi Limburg. Daar hadden ze met carnaval muziek, dat weet ik zeker.” Tja. Welke herinnering is in dit geval de ware? Het was in ieder geval ergens op de Slingerberg, dat staat vast.

Het gros van het (jeugdige) Bemeler uitgaansvolk richtte zijn schreden destijds naar Keer. Wiel Geelen, kastelein-in-ruste van wat nu café De Baskuul is maar tijdens de carnaval al sinds 1975 D’r Kleine Geittesjtal wordt genoemd, was daarbij in zijn jonge jaren vaak van de partij.

“We maakten zowat elk jaar een wagen, waarmee we dan met een hele groep, verkleed, naar Keer trokken”, vertelt hij. “De we zo op pad gingen, herinner ik me, hadden we op die wagen een hangmat gespannen waarin Jean Lemlijn lui onderuit lag. Onder het motto ‘De prins van Bemele is noe gebore’. Een beetje profetisch, want niet lang daarna is de carnaval in Bemelen van de grond gekomen, en werd de eerste prins inderdaad geboren.”

Het waren soms avontuurlijke tochten, tussen Bemelen en Keer. Want ook toen al gold: je bent jong, je wilt wat, en soms verlies je dan, zeker na een paar pinten, de voorzichtigheid uit het oog. “Het was soms om kapot te blijven”, herinnert een van de Keer-gangers van toen zich.

Wiel Geelen: “Ik weet nog dat we een keer te voet zijn gegaan. Onder het motto ‘same oet, same thoes’ hebben we ons toen allemaal aan een lang touw vastgebonden, en zo togen we naar Keer. Onderweg vond iemand een dode vos, die hebben we toen achteraan het touw vastgeknoopt. In Keer was dat beestje zo kapot geschuurd door al dat gesleep over de weg dat de darmen er uithingen.” Of het publiek in Keer dat erg op prijs stelde? Tja. Ook vroeger gebeurde er wel eens wat…

Aan die tochten naar Keer kwam een einde toen Bemelen in eigen huis carnaval begon te vieren. Maar de hechte band met Keer bleef. Tot op de dag van vandaag onderhouden de Berggeitte en de Klenderaire nauwe contacten. En dat geintje met die vos, dat hebben die van Keer de Berggeitte tijdens de eerste jaren van hun bestaan driedubbel terugbetaald…

Terug naar Historie